Nauwere samenwerking tussen SWV PO 30 06 en Kentalis

Nauwere samenwerking tussen SWV PO 30 06 en Kentalis

Het Samenwerkingsverband Primair Onderwijs 30 06 en Kentalis werken sinds dit schooljaar nauwer samen. Doel is dat er door passende ondersteuning en extra specialistische kennis meer leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) of met een ondersteuningsbehoefte op taalgebied het regulier onderwijs blijven volgen.

Zowel SWV PO 30 06 als Kentalis biedt passend onderwijs voor leerlingen in de regio Oss. Binnen de regio zijn er leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte op het gebied van taal in de breedste zin en waar niet altijd sprake is van TOS. Een arrangement voor cluster 2-onderwijs is voor hen niet altijd mogelijk, terwijl de expertise van Kentalis ook voor deze groep leerlingen en de scholen wel toepasbaar is.

Inclusiever onderwijs

En dat gaat er nu gebeuren. De expertise is er niet alleen voor de leerlingen, maar ook voor de leerkrachten die onder andere meer kennis krijgen over TOS, taal- en spraakontwikkeling en leerkrachtvaardigheden. Bijvoorbeeld door meer kennis over de relatie tussen leesonderwijs en verstaanbaarheidsproblemen, waarbij inzet van klankondersteunende gebaren essentieel blijkt.

Beide organisaties streven naar inclusiever onderwijs, waarbij er ook plek is op de reguliere school voor leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben. Kentalis en SWV PO 30 06 zijn daarom blij met de samenwerking. “Als we taal veelzeggend kunnen maken, vergroten we de wereld van kinderen. Daarom maken we graag gebruik van de expertise van Kentalis”, aldus teamleider Rianne Maas van SWV PO 30 06.

Nike Uitermark, directeur Kentalis Ambulante Dienst Nijmegen e.o.: “Met het brengen van de expertise naar de ondersteuningsspecialisten van het samenwerkingsverband en medewerkers van de scholen, zijn zij in staat om een taalrijke leeromgeving te creëren. Daarvan profiteren leerlingen, kunnen zij zich talig ontwikkelen en de aansluiting bij het reguliere onderwijs behouden. Ook verwachten we dat de ondersteuningsbehoefte eerder waargenomen wordt en daarop wordt ingezet, waardoor minder leerlingen doorstromen naar het speciaal onderwijs cluster 2 of het speciaal basisonderwijs.”