Meer leren van goede voorbeelden en een scherpere focus

Frank Kat startte begin schooljaar 2021-2022 als bestuurder bij Samenwerkingsverband Primair Onderwijs 30 06. Inmiddels heeft hij zijn eerste weken achter de rug; een mooi moment om kennis te maken, zijn eerste ervaringen op te halen en te horen waar hij kansen ziet.

Veel transparantie

“Ik ben heel prettig ontvangen, zowel tijdens schoolbezoeken als bij het team van het samenwerkingsverband. Ik zie een professionele organisatie die vol passie en betrokkenheid werkt met de scholen en de leerlingen. Er is hier een open en veilige cultuur met veel transparantie. Collega’s durven aan te geven wat ze denken dat beter kan. Dat doen ze vanuit één overtuiging: het beste doen voor het onderwijs. En dat tref ik bij externe bezoeken ook aan. Nagenoeg overal is er de bereidheid om inhoudelijk het gesprek aan te gaan en niet te vervallen in regelgeving of financiële zaken.”

Tijd om te reflecteren

“De afgelopen jaren is hier keihard gewerkt. Er zijn prachtige initiatieven gestart en mooie stappen gezet. Tegelijkertijd is het nu een goed moment om te reflecteren en met elkaar de volgende stappen te formuleren. Om onszelf vragen te stellen als: doen we nog steeds de juiste dingen, leiden die tot goede resultaten en vooral: leiden die tot inclusiever onderwijs? Gebruiken we de juiste tools en staan alle neuzen nog steeds dezelfde kant op? We hebben natuurlijk een coronajaar achter de rug waarin sommige ambities bijgesteld moesten worden en andere zaken voorrang kregen. Een tijd ook waarin samenwerken en verbinding maken minder vanzelfsprekend waren dan we zouden willen. Nu is die ruimte er weer en die benutten we.”

Scherpere focus

“Nu we halverwege de ondersteuningsplanperiode zitten kijken we ook kritisch naar onze speerpunten en opbrengsten. We hebben veel doelen gesteld, maar zijn die ook concreet genoeg en is duidelijk wie wat doet? Die focus moet scherper en daarin heeft iedereen, op alle niveaus, een eigen rol. Bestuurders moeten ruimte bieden, de visie uitdragen en lef hebben. Directeuren kunnen in hun school een lerend klimaat bevorderen en ruimte bieden voor verschillen in de groep. Interprofessioneel samenwerken zou wat mij betreft de norm moeten worden. Daarmee bedoel ik: het eigen professionele vermogen van de school vergroten door goede ervaringen te delen, problemen te bespreken en daardoor ook betere vragen te stellen aan het samenwerkingsverband. Zodat wij mee kunnen denken over de best passende oplossing: op kindniveau, op klasniveau of op leerkrachtniveau. Als er voor alle niveaus aandacht is, maak je een duurzame ontwikkeling door.”

Ieder zijn verantwoordelijkheid

“Ik vind het belangrijk om eigenaarschap en verantwoording neer te leggen op de plekken waar deze het beste past. Een bestuurder heeft een overall beeld. Een directeur kent zijn school. Een leerkracht weet dondersgoed wat er in zijn klas gebeurt. Een bestuurder kan daardoor nooit vanuit zijn positie precies zeggen hoe een leerkracht moet handelen in de klas. Hij kan wel aangeven wat hij belangrijk vindt en vanuit welke visie dat gebeurt. Een directeur kan heel veel doen met zijn team om kennis te ontwikkelen en voorwaarden te scheppen. Een leerkracht kan beslissen wanneer hij overgaat tot een bepaalde instructie, handeling of gedrag. Iedereen heeft zo zijn eigen verantwoordelijkheid en dat wil ik zoveel mogelijk ondersteunen, zodat we alle leerlingen een passend aanbod kunnen bieden.”

Leerkracht centraal

“Als team willen we graag horen waar leerkrachten het meest mee geholpen zijn zodat we daarop kunnen inzetten. Vaak gaat het om vragen als: hoe kan ik de leerling die aandacht geven die deze nodig heeft en hoe doe ik dat in een volle klas? En kan ik dat vragen aan onze intern begeleider? Daar moeten we met elkaar een goed antwoord op vinden. Dat is denk ik de kern van de praktijk en de kern van passend onderwijs: het gezamenlijk in verbinding doen. We hebben te maken met veel spelers die op de een of andere manier betrokken zijn. Voor een leerkracht is het belangrijk om te weten wat het samenwerkingsverband doet en hoe wij hem of haar kunnen ondersteunen. De rol van leerkrachten is cruciaal, zij kunnen het verschil maken.”

 

Meer uitwisseling

“Tegelijkertijd is een leerkracht niet in zijn eentje verantwoordelijk voor de kinderen in de klas. Juist door samen te werken en door gebruik te maken van de diversiteit en kennis, kunnen we een duurzame verbetering realiseren. Dit is een proces dat langer duurt en op elke school in eigen tempo gaat. We kunnen daarbij wel vaker bij elkaar in de keuken kijken. Bijvoorbeeld om de kennis en ervaring van het speciaal onderwijs dichter bij het regulier onderwijs te brengen. Maar ook om uit te wisselen hoe scholen invulling geven aan de basisondersteuning en de kwaliteit van het onderwijs. Want er is veel verschil in het aantal verwijzingen en de hulpvragen vanuit de scholen. Kortom: laten we met elkaar creatief denken, leren van goede voorbeelden en ongebaande paden lopen, om zo te ontdekken wat het beste past bij een bepaalde school, team en kind.”

Meer inclusie

“Inclusie zie ik niet als een einddoel, maar als een stap in het proces om tot een inclusievere samenleving te komen. En elke stap daarin is er eentje. De afgelopen drie jaar is er hard ingezet op specialistische voorzieningen waarin speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs samen gaan. Daarmee zit er echter nog steeds ‘een schot’ tussen het reguliere onderwijs en is de kennisuitwisseling nog niet optimaal. Een mooie volgende fase is om te kijken hoe we verder kunnen ontschotten. Vormen als symbiose, een school in de school en mediumvoorzieningen zijn mooie stappen om dichter bij elkaar te komen. En deze werken, zo is landelijk al aangetoond. Het mooie van zo’n locatie is dat als het even niet gaat, het kind binnen de eigen school naar een andere klas gaat. Maar de omgeving, vriendjes en samen spelen veranderen niet. Ik realiseer me goed dat hier veel bij komt kijken. En dat er altijd kinderen zijn die een aparte plek nodig hebben in een speciale omgeving met speciale kennis en specialismen. Maar het uitgangspunt is dat elk kind recht heeft op onderwijs en op ontwikkeling, liefst zo dicht mogelijk bij huis. Met minder moet je gewoon geen genoegen nemen.”

Belangrijke thema’s en preventie

“We zijn bezig met goede oplossingen rondom hoogbegaafdheid en bieden daar zowel in deze regio als landelijk veel voor aan. Ook kinderen met zwaardere ondersteuningsbehoeften zijn goed in beeld. De uitdaging zit in de groep kinderen van wie de behoeften minder zichtbaar zijn, maar die wel uitvallen op een bepaald moment. En bij de kinderen waarbij leerkrachten handelingsverlegen zijn. Hoe eerder we als samenwerkingsverband betrokken zijn en hoe meer we preventief kunnen werken, ook op jonge leeftijd, hoe beter dat is voor het kind. Daarom is de samenwerking met voorschoolse partners zo’n belangrijk speerpunt en schuiven we dit naar voren. Hetzelfde geldt voor ouderbetrokkenheid, ook dit thema krijgt een prominentere plek. Ouders – en kinderen natuurlijk! – spelen een cruciale rol. Ouders hebben zoveel kennis en die willen we meer benutten.”

Blik vooruit

“Ik verwacht dat er binnen twee jaar initiatieven zijn die een stap verder gaan dan nu, denk aan hechte samenwerking tussen speciaal en regulier en jeugdzorg. Daarvoor is het nodig dat belemmeringen in regelgeving of bureaucratie zijn teruggebracht en dat we systemen op de juiste manier inzetten: ter ondersteuning in plaats van deze leidend te laten zijn. Daarnaast denk ik dat we beter gebruik kunnen maken van beschikbare data, deze omzetten in bruikbare informatie die helpt in de sturing en de keuzes die we maken. We kunnen de middelen die we hebben immers maar één keer inzetten.”

Van betekenis zijn

“Samenwerken is niet altijd eenvoudig. Om gezamenlijk verder te komen, moet je soms ook dingen laten of anders doen. Het aantal partners waarmee we dit doen, maakt het soms complex. Waar we elkaar vinden is in de kwaliteit van het onderwijs. We zijn aan elkaar verplicht alles te doen om passende oplossingen te vinden, zo thuisnabij mogelijk. Ik vind het belangrijk om iets toe te kunnen voegen en van betekenis te kunnen zijn, zeker als het gaat om onze toekomst: de kinderen. Daarom heb ik altijd in het onderwijs gewerkt. Ik zie dat hier prachtige dingen zijn gedaan maar ik zie ook nog veel kansen. Dit samenwerkingsverband weer een stap verder brengen, samen met alle betrokkenen, dat zie ik als een mooie uitdaging.”

Bijzondere dingen zien

“Als mens ben ik laagdrempelig, toegankelijk, een realist en iemand die de verbinding zoekt. Ik zie het als mijn taak om bestuurders scherp te houden op wat we met elkaar hebben afgesproken. Naast de gesprekken met de besturen wil ik me de komende periode vooral gaan focussen op de directeuren en leerkrachten. Bij dezen een oproep: ik word graag uitgenodigd om bijzondere dingen te zien. Want om goed te kunnen handelen en juiste keuzes te maken moet ik de situatie kunnen begrijpen. Vanachter een bureau lukt dat me niet.”

Wil jij Frank Kat uitnodigen voor een goed gesprek of om te komen kijken op jouw school? Stuur dan een korte toelichting naar frank.kat@swvpo3006.nl.